Persbericht 8 maart 2004
Bergambachtenaren Joop Vink en Ineke Bakker beklimmen op dit moment samen met een bevriend Nederlands echtpaar, een groep Keniaanse kinderen uit kindertehuis Imani in Nairobi en hun moeder Faith Wanjiru de hoogste berg van Afrika, de Kilimanjaro. Met deze beklimming willen ze geld bij elkaar krijgen om een viskwekerij op te zetten. Het kindertehuis, dat 350 kinderen uit de sloppenwijk opvangt, onderwijst, veel liefde en een thuis geeft, krijg door deze kwekerij eigen inkomsten en is vervolgens niet meer, in ieder geval veel minder afhankelijk van hulporganisaties en particuliere gevers.
,,Het gaat fantastisch. Nog helemaal geen problemen, meldde Joop Vink zondagavond 7 maart telefonisch vanaf de Kilimanjaro, in Tanzania.
,,Vandaag hebben we onze tweede bestemming bereikt, het Shira-kamp op 3840 meter hoogte, vertelt Joop enthousiast. ,,We hebben het fijn met elkaar. De groep is, zo laat hij weten, wel wat groter dan van tevoren gepland. Voor aanvang van de klim moest iedereen zich bij de Machama-Gate laten registeren en wordt de bagage gewogen. De hoogte van het gewicht is bepalend voor het aantal dragers dat je verplicht bent mee naar boven te nemen. De Nederlands/Keniaanse klimgroep kreeg maar liefst 23 dragers toebedeeld. Naast deze dragers klimmen ook een paar koks en drie gidsen mee naar boven. ,,Onze groep bestaat nu uit veertig mensen. Wel wat meer dan gedacht. Maar, ja die dingen gaan hier nu eenmaal zo, stelt Joop. ,,We lopen de niet-toeristische route en toch is het hier hartstikke druk. We zijn al een groep Italianen en een groep Duitsers tegen gekomen en natuurlijk zijn er ook Nederlanders bezig met een klimtocht. Het is een hele bijzondere ervaring."
De dragers zijn echt nodig. ,,Als je alleen al ziet wat die jongens van Imani per dag aan eten naar binnen werken, ongelofelijk. En iedereen moet minstens 4 tot 6 liter water per dag drinken. Ook dat moet allemaal mee naar boven.
Tot nu toe gaat het fysiek goed met iedereen. Nog niemand heeft last van blessures. ,,We slapen in tweepersoons tentjes die niet van een geweldige kwaliteit zijn. Wij hebben daar niet zoveel problemen mee, maar de Kenianen hebben het vooral 's nachts echt koud, zegt Joop. ,,Zij beginnen als het 's middag zo'n 17 graden is, al warme mutsen en truien aan te trekken. Wij vinden de temperatuur dan nog lekker. Als er mensen afvallen, zal dat bij hen zijn vanwege de kou en niet omdat ze het klimmen niet volhouden.
Bij de Europeanen is het meer het klimmen op hoogte dat hen wel eens parten kan gaan spelen. ,,We moeten er goed om denken dat we langzaam klimmen. De luchtdruk daalt als je hoger komt en dus adem je minder zuurstof in. Bij ons komen al eerste verschijnselen naar buiten, zoals lichte hoofdpijn en misselijkheid. Daarom rusten we veel. Het is 's avonds toch om een uur of zeven al donker en dan gaan we dus ook maar slapen. En slaap je niet, dan rust je toch.
Voor de rest van de week, maandag, dinsdag en woensdag staan nog wandelexpedities van gemiddeld vier tot vijf uur op het programma. Op de vijfde dag moet het gezelschap al rond middernacht opstaan om aan de laatste beklimming te beginnen, de Uhuri Peak. Ze arriveren rond zonsopgang op de top. Een schouwspel dat een goede beloning belooft te worden voor alle inspanningen.
De terugtocht wordt hoogstwaarschijnlijk in twee dagen gedaan. Met deze sportieve onderneming hopen Joop en Ineke en hun medeklimmers voldoende geld bij elkaar te brengen om hun doel te bereiken. Beloon hun inspanningen. Geef gul en help Imani aan een eigen viskwekerij.
Uw bijdrage is welkom via:
- Wilde Ganzen: giro 40000
- Stichting De Ondergronds Kerk (SDOK) giro 249300
- Internationaal Steunfonds (ICS)giro 70730 o.v.v Imani Project Kenia
|
|