Persbericht 15 maart 2004

Zes Imani-kinderen en Faith bereiken top

ARUSHA- Faith en zes van haar kinderen hebben de top van de Kilimanjaro bereikt. Van de Nederlandse klimmers voor het goede doel haalde alleen Gerard Klijn de top. De overigen drie Nederlanders vonden 5400 meter hoog genoeg, liet Joop Vink woensdagavond per satelliettelefoon weten vanaf de Kilimanjaro. De top, Uhuru Peak, ligt op 5895 meter hoogte.
,,We wisten vooraf dat het een zware klus zou worden, vertelde hij. ,,Wat ons met name parten speelde was de hoogte. We hebben last van hoofdpijn en misselijkheid. Trots klinkt zijn stem als hij vertelt over Faith. En vol lof is hij ook over de Imani-kinderen. ,,Ze zaten helemaal stuk. En ze hadden het zo verschrikkelijk koud. Ze hebben het geweldig gedaan, echt een topprestatie.
Vooral de saamhorigheid in de groep was groot. Je hebt elkaar echt nodig. ,,Samen ontberingen meemaken schept een band. Zeven graden vorst hadden we 's nachts en niet al te beste tentjes. Soms liep je gewoon in de wolken. Vaak leek het ook een maanlandschap waar je doorheen moest.
De mooiste ervaring was toch wel de reactie van de Imani-kinderen toen ze, voor de eerste keer in hun leven, sneeuw zagen. ,,Een van de kinderen gilde verwonderd: "het wordt water!"
De slechte en korte nachten beginnen nu ook hun tol te eisen. Maar het eind is in zicht.
Na de top volgde een afdaling van twee dagen. De grote groep klimmers( veertig mensen in totaal waarvan alleen als 23 verplichte dragers) kwam vrijdagochtend aan in het basiskamp. Vandaar ging de reis per bus naar Nairobi waar het ongetwijfeld groot feest is geweest.

Joop Vink, Ineke Bakker, Gerard en Margreet Klijn beklimmen samen met een bevriend Nederlands echtpaar, zes Keniaanse kinderen uit kindertehuis Imani in Nairobi en directeur van het tehuis Faith Wanjiru de hoogste berg van Afrika, de Kilimanjaro. Met deze beklimming willen ze geld bij elkaar krijgen om een viskwekerij op te zetten. Het kindertehuis krijg door deze kwekerij eigen inkomsten en is vervolgens niet meer, in ieder geval veel minder afhankelijk van hulporganisaties en particuliere gevers.